Belastingen op de auteursrechten
Sinds 1 januari 2008 is een nieuwe fiscale regeling van kracht in voor inkomsten verkregen uit de overdracht van auteursrechten (Wet van 16 juli 2008). Deze regel werd vervolgens opgenomen in het Wetboek Inkomstenbelastingen (art. 17 § 1, 5° WIB 92).
De inkomsten die hieruit voort vloeien worden fiscaal gunstig behandeld. Deze worden namelijk belast als roerende goederen, aan een tarief van 15%, tot een bepaald maximum (zie verder).
In tegenstelling tot alle andere roerende inkomsten zoals de dividenden werd dit tarief de laatste jaren niet verhoogd.
1. Begrip auteursrechtelijk beschermde werken
Op basis van het Weboek Economisch recht kunnen we stellen dat een werk auteursrechtelijk beschermd is op drie voorwaarden dewelke cumulatief vervuld moeten zijn:
1.1. Het werk moet origineel zijn
Een werk is origineel volgens het auteursrecht wanneer de ‘persoonlijkheid van de auteur’ erin terug te vinden is. Het kan bijvoorbeeld gaan om een werk dat de persoonlijke stempel van de auteurs draagt wanneer er verschillende creatieve keuzes gemaakt moeten worden om tot het eindresultaat te komen.
1.2. Het werk moet het resultaat zijn van een creatieve activiteit
Het auteursrecht kan elke creatie door de menselijke geest en die bovendien is uitgedrukt in een artistieke of literaire taal, beschermen. Dit recht kan zeer ruim gezien worden, nl. allerhande grafische expressievormen zoals kunstwerken, foto’s, films, muziekstukken, beeldhouwwerken.
1.3. Het werk moet uitgedrukt zijn in een concrete vorm
Hiermee bedoelt de wetgever dat de creatie op een of andere manier tastbaar moet zijn, ze moet met de zintuigen waarneembaar zijn. Enkel een idee dat niet veruitwendigd werd valt dus niet onder de toepassing van de auteursrechten.
2. Formaliteiten
Eens aan de drie hierboven beschreven voorwaarden is voldaan, kan men spreken van een auteursrechtelijk beschermd werk. Hiervoor dienen aan geen verdere formaliteiten voldaan te worden, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld octrooirechten en merkenrechten waarbij patenten aangevraagd moeten worden.
Het kan echter wel nuttig zijn voor de auteur om formeel een aantal zaken te laten vaststellen als bewijs van de creatie van een auteursrechtelijk beschermd werk. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de registratiehandeling of de depot van het werk.
3. Auteurscontract
Een schriftelijke overeenkomst met betrekking tot de rechten en plichten omtrent de auteursrechten is in dit kader belangrijk. Op die manier geeft de auteur contractueel het recht – in hun geheel of gedeeltelijk – om auteursrechtelijk beschermde werken te publiceren en te verspreiden.
Het is van essentieel belang dat duidelijk wordt bepaald in de overeenkomst welke vergoeding de auteur ontvangt in ruil voor de cessie (overdracht, afstand) of concessie (licentie, terbeschikkingstelling) van auteursrechten. De bepaling van de vergoeding kan op verschillende manieren gebeuren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren op basis van een realistisch vast bedrag of op basis van een percentage toe te passen op de door de vennootschap gerealiseerde omzet uit commercialisatie van auteursrechtelijke werken.
Wanneer een zaakvoerder auteursrechten ontvangt van zijn vennootschap heeft de rulingdienst een aantal voorwaarden gesteld om de toekenning van auteursrechten te aanvaarden (zie Voorafgaande Beslissing 2016.129 van 21/02/2017).
De twee voornaamste voorwaarden die de rulingdienst stelt zijn de volgende:
1. De zaakvoerder dient een redelijke bezoldiging te krijgen van de vennootschap;
2. De vennootschap moet voldoende winst maken.
4. Belastingen
Zoals gezegd worden de auteursrechten gekwalificeerd als roerende inkomsten en worden ze belast aan een tarief van 15% (+ gemeentebelastingen) tot een absoluut maximum van € 62.090,00 (inkomsten 2020). Boven dit grensbedrag worden de auteursrechten belast als beroepsinkomen.
Het betreft zoals gezegd een vast belastingtarief waarbij de forfaitaire kostenpost afneemt naarmate de inkomensschijf stijgt. Naargelang de schijf heeft u recht op een forfaitaire kotenaftrek van 50% , 25% of 0.
Het hierboven besproken belastingtarief wordt globaal bekeken per belastingplichtige per belastbaar tijdperk en dit ongeacht het aantal schuldenaars van auteursrechten.
5. De roerende voorheffing, schuldenaar en aangifte
De roerende voorheffing wordt opeisbaar bij de toekenning of de betaalbaarstelling van de inkomsten uit auteursrechten. De algemene regel is dat de schuldenaar uiterlijk binnen de 15 dagen na iedere toekenning of betaalbaarstelling van auteursrechten, een inkomstenaangifte (formulier 273) bij de ontvanger van de directe belastingen indient.
6. Tot slot
Als accountantskantoor volgen wij permanent opleiding om op de hoogte te blijven van de laatste nieuwe fiscale ontwikkelingen.
Wij staan u bij om te bekijken in welke mate u recht heeft op een vergoeding uit auteursrechten en wij helpen u bij het opstellen van de overeenkomst met betrekking tot de auteursrechten.
Aarzel niet om ons te contacteren voor meer
inlichtingen:
Mail: Anouk.cludts@cludts.com ou Alain.cludts@cludts.com
de Limburg Stirumlaan, 250 te 1780 Wemmel
Tel: 02/460 68 91