Overzicht van de boekhoudprincipes van vzw’s
Inleiding
Het boekhoudplan is gemeenschappelijk voor alle vzw’s, maar de omvang van de vzw bepaalt hoeveel werk de boekhouding vergt. Het grootste verschil met vennootschappen heeft te maken met de bedrijfsmiddelen. De boekhouding van een vzw wordt op dezelfde manier gevoerd als bij een internationale vereniging zonder winstoogmerk (ivzw) en een stichting.
De boekhouding van kleine vzw’s
Kleine vzw’s mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren. Zij moeten een resultatenrekening en een bijlage bijhouden die sterk lijken op het model van een normale balans. Een enkel dagboek volstaat. Meestal wordt hiervoor het dagboek van de bankrekening gebruikt. De balans moet worden neergelegd op de griffie van de Rechtbank van Koophandel, de post gericht aan dienst van het register van de rechtspersonen. Een kleine vzw mag niet meer dan één van deze drie criteria overschrijden: maximaal 5 personeelsleden; in totaal niet meer dan € 250.000,00 aan ontvangsten, exclusief uitzonderlijke ontvangsten; een balanstotaal van maximaal € 1.000.000,00. Anders wordt de vzw als een grote vzw beschouwd.
De boekhouding van grote vzw’s
Grote vzw’s moeten een volledige boekhouding voeren. Dit betekent een dubbele boekhouding met invoering van aan- en verkoopfacturen waarvan de betalingen worden gecontroleerd bij het invoeren van de bankafschriften en de kasdocumenten. De balans moet worden gepubliceerd bij de Nationale Bank van België, die ze automatisch bezorgt aan de griffie van de Rechtbank van Koophandel. De boekhouding mag grotendeels worden georganiseerd zoals men wenst, voor zover ze controleerbaar is en goed aangepast aan het financieel beheer van de organisatie. Het boekhoudjaar mag verschillend zijn van het kalenderjaar.
De boekhouding van zeer grote vzw’s
Zeer grote vzw’s zijn vzw’s die aan twee van de volgende criteria voldoen:
-
50 personeelsleden;
-
6.250.000,00 aan ontvangsten, exclusief uitzonderlijke ontvangsten;
-
een balanstotaal van maximaal € 3.125.000,00 of meer dan 100 werknemers.
Zij moeten een volledige balans opstellen en een bedrijfsrevisor moet de rekeningen controleren.
Het boekhoudplan
Alle vzw’s zijn verplicht om het specifieke boekhoudplan van een vzw te volgen. Sommige vzw’s mogen nochtans een ander boekhoudplan hanteren als zij tot een specifieke sector behoren, zoals ziekenhuizen, scholen of gesubsidieerde sociale diensten. Het boekhoudplan van een vzw verschilt licht van dat van een vennootschap. De belangrijkste verschillen hebben te maken met de bedrijfsmiddelen en de subsidies. Bij vzw’s zijn dit heel andere begrippen dan bij een handelsvennootschap.
De bedrijfsmiddelen op de balans van een vzw in vergelijking met vennootschappen
De bedrijfsmiddelen in de boekhouding van vzw’s: De bedrijfsmiddelen van de vereniging worden gescheiden in de oorspronkelijke patrimoniumrekening bij de oprichting, die niet verandert, en een rekening van de ontvangen permanente middelen die overeenstemt met de fondsen die werden ontvangen om het werkingsdomein van de vzw te vergroten. De bestede fondsen zijn een gedeelte van de winst dat wordt overgedragen op andere jaren voor specifieke uitgaven, bijvoorbeeld voor investeringen, om een sociaal passief te dekken of andere specifieke fondsen. De rekening van de overgedragen winst heet bij een vzw overgedragen resultaat. De bedrijfsmiddelen in de boekhouding van handelsvennootschappen: In handelsvennootschappen wordt elke inbreng opgenomen in de kapitaalrekening. In handelsvennootschappen worden alle reserves samengenomen in een reserverekening en gescheiden met het oog op de belasting op de reserves.
De lidgelden, schenkingen, legaten en subsidies
Het tweede verschil in het boekhoudplan van de vzw’s heeft te maken met de subsidies. De opbrengstenrekeningen die men moet gebruiken, bevinden zich in rubriek 73: lidgelden, schenkingen, legaten en subsidies Rubriek 73 moet onderverdeeld worden in diverse rekening, afhankelijk van de uitbatingsrealiteit van de vzw. In handelsvennootschappen bestaat rubriek 73 gewoonweg niet.
Enkele fiscale elementen
Vzw’s zijn onderworpen aan de belastingen op rechtspersonen en er dienen vrijwel nooit belastingen betaald te worden. De patrimoniumbelasting van de vzw bedraagt € 0,17. Het is heel goed mogelijk om een vzw btw-plichtig te maken.
Wenst u meer informatie
Aarzel niet om ons te contacteren voor meer
inlichtingen:
Mail: Anouk.cludts@cludts.com ou Alain.cludts@cludts.com
de Limburg Stirumlaan, 250 te 1780 Wemmel
Tel: 02/460 68 91